Ik moet eerlijk bekennen dat het niet meevalt om elke week een leesbare stukje te schrijven over de wandeling. Daarom zal ik deze keer niet over de wandeling schrijven, maar over een jeugdherninnering van me. Een stukje, dat ik een paar jaar geleden geschreven voor het IVN. Missschien is dit een uitnodiging aan jullie om zelf eens in de pen te klimmen.
Toen mijn ouders in 1947 van Lobith aan de Rijn naar Harderwijk verhuisden, van een rivierengebied naar een beboste Veluwe aan de rand van het Veluwemeer (toen nog Zuiderzee), hadden we maar weinig tijd nodig om te wennen aan deze prachtige omgeving. Door mijn vader kregen wij de liefde voor de natuur met de paplepel ingegoten. Elke vrij uurtje werd besteed aan het verkennen van de omgeving en in het bijzonder de mondig van de Hierdense Beek. In mijn herinnering hoor ik hem nog vaak zeggen “jongens we gaan naar de beek”.
Ik ben nu bijna 50 jaar weg uit Harderwijk, maar elke keer als we bij familie logeren moet ik een paar uurtje langs de beek gedwaald hebben. Ik kan het echt niet laten, verslaafd ben ik er aan. Ik zal proberen om jullie een beeld te geven over “mijn” beek.
De Hierdense Beek stroomt van het Uddelermeer en Bleeke Meer (Uddel) naar het Veluwemeer over een lengte van ongeveer 25 km. De beek wordt lokaal anders genoemd, zo spreekt men in Leuvenum over de Leuvenumse Beek en in Staverden van de Staverdense Beek.
Het beekwater stroomt op het laagste punt van de Vallei van de Hierdense of Staverdense Beek. Men vermoedt dat de vallei aan het eind van de voorlaatste ijstijd gevuld is geweest met een smeltwatermeer. Vanaf de omliggende stuwwallen werden hierin sedimenten afgezet.
De Hierdense Beek is een ecologische verbindingszone tussen het open gebied langs de randmeren en de Veluwe. De beek schakelt zo natuurgebieden aan één waardoor dieren een groter leefgebied krijgen. Op sommige plaatsen is de beek vroeger rechtgetrokken, om het water sneller te laten stromen. Dit was nodig in verband met de watermolens die er stonden. Tegenwoordig laat men de beek weer meanderen en stroomt het water weer langzamer. De beek treedt bij hoog water buiten zijn oevers.
Bij een watervalletje vlakbij het hotel Het Roode Koper staat een klein boerenhuis met op de gevel de naam “De Zandmolen”. Waar ik zomers met mijn ouders heen gingen om in het heldere water te spelen. Op een mooie zomersdag kon het er ontzettend druk zijn. De watermolen werd gebouwd in 1692 en in 1865 weer afgebroken. In de 18e eeuw dreef de beek nog negen molens aan, deze waren eigendom van de Heer van Essenburgh. Ze werden gebruikt voor de productie van papier. De bovenbeek werd (gedeeltelijk) afgedamd en geleid naar de onderbeek. Het vallende water kon zo het waterrad een draaiende beweging geven. Zulke papiermolens waren op meerdere plaatsen aan de rand van de Veluwe te vinden. Het heldere water van de beek kwam goed van pas.
Het Veluwse papier stond bekend om zijn witheid. Op een gegeven moment kleurde de beek rood door de aanwezigheid van ijzeroer. Daarom wordt de beek ook wel de 'rode beek' genoemd.
Het rode water mocht niet naar de papiermolens en de beek werd dus omgelegd. Het papier zou immers anders bruin worden.
Vroeger kwam er in de beek snoek, forel en beekprik voor. Door lozingen werd het water zuurstofarm en stierven tot 1980 veel vissen. Maar door verbeterd water beheer is de kwaliteit aanzienlijk verbeterd. De beek is een broedplaats voor insectenlarven en heeft een zeer rijke variatie van bijzondere waterplanten. Er broeden ook diverse vogels langs de beek, zoals de ijsvogel, de bonte en zwarte specht en verschillende soorten uilen en roofvbogels. Verder komen er vele soorten zoogdieren reeën, edelherten, wilde zwijnen, boommarters en eekhoorns voor en verschillende reptielen.
Ook het stroomgebied van de beek is in deze tijd onderhevig aan grote landschappelijke veranderingen, het project De Hierdense Poort. Niet dat het hele gebied op de schop gaat, maar is gericht op het laten aansluiten en herstellen van ecologische gebieden en waarden.
Bovendien is door aanleg van wegen en bebouwing aan de randen “versnippering”ontstaan van het landschap. Door het herstellen van de groene verbindingen tussen het droge Veluwemassief , de rivieren en randmeren is weer uitwisseling mogelijk van flora en fauna.
Alleen te hopen dat mijn herinneringen aan “mijn beek” hierdoor niet verstoord wordt.
Piet Westerhof
.